Ik heb een bijzondere relatie met dieren. En da's niet zo vreemd, veel velomobielrijders delen die bijzondere relatie met het dierenrijk met mij. Ik hoef maar "paard..." te roepen of iedereen knikt al begrijpend. "Hond, niet aangelijnd....", en er volgt een litanie aan verhalen over trouwe viervoeters die happen uit glasvezel en carbon nemen en baasjes die roepen dat ie anders nooit iets doet.
Ik heb er inmiddels zo'n 45.000 kilometers opzitten dus ik mag mezelf wel ervaringsdeskundige noemen. Ach, meestal gaat het allemaal goed en kunt je er zelfs veel lol van hebben. De blijde pup die in je bakje wil springen en je aflebbert, de ruiter die vriendelijk "Dank u wel meneer" zegt of de matineuze race tegen een aalscholver bij het Apeldoorns Kanaal. Mooie ervaringen waardoor velonaut en natuur even een stukje dichter bijelkaar komen. Maar er bleef toch altijd een afstand. Tot afgelopen woensdag.
Het was prima weer om over het brede dijkfietspad van het historische stadje Bronkhorst naar het al even mooie Dieren te fietsen. Een kwestie van relaxed doortrappen over glad asfalt.
Ter hoogte van de Spaensweertweg hoorde ik een vreemd geluid. Het doordringende gezoem van een flinke vlieg. Waarschijnlijk door de befaamde laminaire luchtstromen van mijn windschermpje was ie als door een stofzuiger het grote zwarte instapgat ingezogen. Was drie keer over de kop geslagen en zat nu wat verdwaasd naast mijn kilometerteller bij te komen. Maar dat duurde niet lang. Gewone huisvliegen zijn taaie donders die snel overeind krabbelen en verder gaan in hun levenslange queeste naar verse koeienstront, stukken appelgebak of zeer overrijpe bananen. Als je er maar met je vliegenpootjes lekker zompig in weg kan zakken.
Maar in een harde wereld van carbon en glasvezel kun je nergens lekker zompig met je pootjes wegzakken. Het enige wat je dan als 'Musca Domestica' rest is zenuwachtig heen en weer gaan zoemen in een vreemde wereld vol met enge bewegende dingen.
Dat zenuwachtig heen en weer vliegen vond ik wat minder en ik werd al helemaal niet blij toen mijn gast over mijn blote bovenbeen heen en weer ging lopen. Net op het moment dat ik met hoge snelheid een smalle passage langs fietspaaltjes aan het maken was.
"Niet gaan wapperen met je handen...", dacht ik, "...straks rij je de dijk af. Of erger, tegen zo'n klotepaaltje aan!" Een paar seconden later was het ineens weer stil en rustig in het vooronder van mijn Strada. Blijkbaar hadden de even befaamde luchtstromen bij de voetengaten mijn ongenode gast weer net zo hard naar buiten gezogen.
Zijn er nog meer sterke verhalen over vliegen in fietsen?
Ik heb er inmiddels zo'n 45.000 kilometers opzitten dus ik mag mezelf wel ervaringsdeskundige noemen. Ach, meestal gaat het allemaal goed en kunt je er zelfs veel lol van hebben. De blijde pup die in je bakje wil springen en je aflebbert, de ruiter die vriendelijk "Dank u wel meneer" zegt of de matineuze race tegen een aalscholver bij het Apeldoorns Kanaal. Mooie ervaringen waardoor velonaut en natuur even een stukje dichter bijelkaar komen. Maar er bleef toch altijd een afstand. Tot afgelopen woensdag.
Het was prima weer om over het brede dijkfietspad van het historische stadje Bronkhorst naar het al even mooie Dieren te fietsen. Een kwestie van relaxed doortrappen over glad asfalt.
Ter hoogte van de Spaensweertweg hoorde ik een vreemd geluid. Het doordringende gezoem van een flinke vlieg. Waarschijnlijk door de befaamde laminaire luchtstromen van mijn windschermpje was ie als door een stofzuiger het grote zwarte instapgat ingezogen. Was drie keer over de kop geslagen en zat nu wat verdwaasd naast mijn kilometerteller bij te komen. Maar dat duurde niet lang. Gewone huisvliegen zijn taaie donders die snel overeind krabbelen en verder gaan in hun levenslange queeste naar verse koeienstront, stukken appelgebak of zeer overrijpe bananen. Als je er maar met je vliegenpootjes lekker zompig in weg kan zakken.
![]() |
foto van de vlieg John Talbot op Flickr |
Maar in een harde wereld van carbon en glasvezel kun je nergens lekker zompig met je pootjes wegzakken. Het enige wat je dan als 'Musca Domestica' rest is zenuwachtig heen en weer gaan zoemen in een vreemde wereld vol met enge bewegende dingen.
Dat zenuwachtig heen en weer vliegen vond ik wat minder en ik werd al helemaal niet blij toen mijn gast over mijn blote bovenbeen heen en weer ging lopen. Net op het moment dat ik met hoge snelheid een smalle passage langs fietspaaltjes aan het maken was.
"Niet gaan wapperen met je handen...", dacht ik, "...straks rij je de dijk af. Of erger, tegen zo'n klotepaaltje aan!" Een paar seconden later was het ineens weer stil en rustig in het vooronder van mijn Strada. Blijkbaar hadden de even befaamde luchtstromen bij de voetengaten mijn ongenode gast weer net zo hard naar buiten gezogen.
Zijn er nog meer sterke verhalen over vliegen in fietsen?